Ader in Moskou.
Maandag, 28 februari 1994. Samen met Marion van Wijk,
actrice bij toneelgroep Hetero, scheur ik door de
Noordoostpolder, met achterin de laadbak 180 kilo
aardappelen. De bintjes vormen onderdeel van ons decor,
dat verder hoofdzakelijk bestaat uit een pluchen Porsche
911. Neil Young schalt uit de stereo: 'I fell in love
with an actress, because she was playing a part that I
could understand'. Ik heb een baard van vier maanden en
draag een groen landmachtjack met bill bottoms. Waarom
doe ik dit? Vanwege een co-performance in het stuk 'Een
slet van tien dollar' in het Amsterdamse Veemtheater aan
het IJ.
'Een slet van tien dollar' (aankomst) is het eerste van
een performance-drieluik over leven en werk van Bas Jan
Ader, dat ik in opdracht van Hetero schreef. Al zes
maanden speur ik intensief naar aanwijzingen omtrent deze
Nederlandse conceptueel-realist uit Los Angeles, die in
de herfst van 1975 'spoorloos' verdween. Bas Jan was gek
op aardappelen. Vandaar. Tot dusverre wordt aangenomen, dat hij begin oktober 1975
op weg van Falmouth, Massachusetts naar Falmouth,
Cornwall tijdens de bereiding van een maaltijd over boord
is geslagen van zijn bootje 'Ocean Wave' en verdronk.
Althans, dat is de uiteindelijke conclusie van Ger van
Elk, Bas Jan's beste vriend.
De 'Ocean Wave' (4,5 meter) werd
op 9 april 1976, precies negen maanden na vertrek, door
een Spaanse visserskotter gevonden, aan dek gehesen en op
16 april overgedragen aan autoriteiten van de marine te
La Coruña. Het officiële politierapport suggereert een explosie aan
boord als gevolg van lekkend propaangas uit de kombuis.
Het door Bas Jan ingepolyesterde toegangsluik, waaraan
hij zichzelf permanent had vastgebonden via de life-line,
is uit haar sponning gerukt. De toegang was een 'gapend
gat' en de lijst van het verticale schuifluik vertoonde
een 'rafelige rand' .
Bas Jan Aders broer, onze huidige ambassadeur te Hanoi
(eerdere standplaatsen Beiroet, Lima, Singapore) en
fervente sportzeiler, Eric Ader, heeft zo zijn twijfels.
Hij heeft het wrak nooit zelf gezien. Het verdween uit de
havenloods twee dagen voordat hij te La Coruña
arriveerde in gezelschap van de toenmalige vrouw van Bas
Jan, Mary Sue Andersen. 'Diefstal, corruptie of diplomatiek geheim,' daar houdt
Eric Ader het op. De vissers, de Guardia Civil of
Interpol. Wie van de drie?
Hoewel de deur van de loods niet geforceerd was,
constateerde hij dat het metaalgaas van de omheining was
doorgeknipt. Brandsporen op luik of kajuit heeft Eric
niet gezien. Toen hij er, via de honorair consul en een
tolk expliciet naar vroeg, werd dit gegeven
'schaapachtig' ontkend. Eric, die oorspronkelijk met Bas Jan mee zou zeilen,
kreeg een kartonnen doos met persoonlijke bezittingen.
'Drie paar rafelige herensokken, een totaal verwrongen en
aangetaste filmcamera, een intacte sextant, het
verfomfaaid paspoort. Dat was het.' Hoewel hij niets kan
bewijzen, gelooft Eric niet in de theorie van een
ongelukje. 'Bas Jan was een goede zeiler. Het explosie- verhaal
klopt niet. Hij kookte volgens mij op kerosine of
parafine.' Er zijn meer vreemde aanwijzingen. 'Al na drie weken werd
het radiocontact met de Amerikaanse kustwacht verbroken,'
schrijft de kunsthistoricus Paul Andriesse in zijn boek
over Bas Jan Ader - de enige hoogwaardige bron tot
dusverre.
Vast staat, dat Bas Jan een tweede versie van zijn
installatie 'In Search of the Miraculous' wilde
realiseren. De eerste versie van dit werk bestond uit 16
zwart-wit foto's. Het laatste beeld leidt de kunstenaar
naar de immateriële kracht van de muze: Bas Jan staat
met een zaklantaarn aan het nachtelijke strand van de
Pacific in het water te schijnen. Na een succesvolle show bij de Claire Copland gallery in
Los Angeles krijgt de kunstenaar, via de Amsterdamse
galerie Art & Project, in september 1975 een
tentoonstelling aangeboden in het Groninger Museum. Bas
Jan is Groninger van geboorte. Na zijn show moet het
museum dicht in verband met een verbouwing en het
aantreden van een nieuwe directeur.
'In Search of the Miraculous II' moet een Atlantisch
drieluik worden. Vertrek, overtocht en aankomst van de
kunstenaar worden getoond in drie statische beelden. Poul
ter Hofstede, museumcurator in de stad van het paard van
Ome Loeks, herinnert zich het telefoongesprek, dat hij
een dag voor vertrek (8 juli 1975) met Bas Jan voerde. 'Hoewel hij met het idee speelde het record van het
Guinness Book of Records te breken, was de combinatie
kunst en sport in die dagen een hachelijke zaak. Bas Jan
vond het te macho. Om alle schijn te vermijden, dat de
meerwaarde van het kunstwerk aan de sportieve prestatie
werd toegeschreven, had hij extra water en aardappelen
ingeslagen. Natuurlijk ging het hem ook om de sport. Hij
was een zeer goede zeiler en was de oceaan al eens eerder
overgestoken. Maar hij was toch in de eerste plaats
kunstenaar. Hij bereidde zich minutieus voor. Het ging
erom wat hij deed, maar meer nog wat zich daardoor in de
hoofden van de mensen afspeelde.' Hoewel Bas Jan absoluut niets moest hebben van de toen en
vogue zijnde bodyart- performance, liet hij toch voor
alle zekerheid drie maanden voor vertrek zijn blinde darm
weghalen. Hij wilde absoluut niet ziek worden. Ook Ter
Hofstede gelooft niet dat Bas Jan wilde verdwijnen. De
show moest absoluut doorgaan. Toch instrueert hij Mary Sue om, mocht hij niet aankomen,
pas vanaf 12 december dat jaar te gaan zoeken. Drie
maanden na de geplande aankomst.
Het Guinness record voor de Atlantische solo-zeiltocht
(78 dagen) staat in 1975 op naam van Robert Manry, die
tien jaar eerder het Falmouth-Falmouth traject
(Massachusetts-Cornwall: 4.500 kilometer) aflegt in 12
etappes. Er staan in 1965 bij aankomst 50.000 mensen op
de kade. Manry is wereldnieuws. De zeiler schrijft een
bestseller. Bas Jan, een enthousiast lezer van de
Reader's Digest, gebruikt het verhaal als leidraad voor
zijn eigen tocht. Drie jaar eerder gebruikte hij al een
tekst uit 'Het Beste' over de spectaculaire val van een
kereltje langs de Niagarawaterval.
Manry's bootje 'Tinkerbelle' is een meter langer dan de
'Ocean Wave'. Ader heeft daardoor een grotere handicap:
door de onverwachts dwars aanrollende golven kan je
plotseling over boord slaan. Nadat hij een ontmoeting
heeft met Russische treilers en op een morgen door een
Sovjet-onderzeeboot wordt gewekt (!) beschrijft Manry
zijn eerste val in het water: 'Wat er toen gebeurde kwam zo snel dat ik er nog steeds
geen duidelijk beeld van heb. Ik herinner me dat ik me
zat te verlustigen in de zon toen er plotseling een
schuimende watermuur dwarsscheeps op Tinkerbelle stortte,
hem volkomen overrompelde, en mij achterover in de oceaan
deed buitelen. Het ene moment zat ik nog in de kuip, het
andere lag ik achterste voren en onderste boven in het
water, richting zeebodem.'
Manry breekt zijn vallen door de life-line, de
navelstreng die reddingsvest en schip verbindt: 'Instinctief sloeg ik hevig met armen en benen, vechtend
om weer boven te komen. Maar ik steeg langzaam,
neergetrokken door mijn kleren. Mijn longen stonden op
barsten toen mijn hoofd eindelijk boven het
wateroppervlak uitschoot. Ik had verwacht de Tinkerbelle
ondersteboven te zien drijven maar - vreugde aller tijden
- ik zag hem, knap bootje als hij was, op de golven
rijden als een zeemeeuw. Ik was met de reddingslijn, die
om mijn middel was geknoopt, aan hem vastgebonden en wij
waren niet meer dan drie meter van elkaar verwijderd. Ik
reikte naar beneden, greep het touw beet en trok mezelf
terug. Het was een hele worsteling om me in mijn natte
kleren weer aan boord te hijsen, maar tenslotte plofte
ik, naar adem happend, in de kuip neer en bleef daar
liggen.'
Aders werk gaat over het vallen. Vanaf het eerste
serieuze werk 'I 'm too sad to tell you' (1969,
zelfportret, huilend) maakt Bas Jan steeds complexere
installaties van zijn vallende lichaam, vallende
voorwerpen in/of vallend water. Kunstcritica Anna Tilroe ( in de Volkskrant, 16-7-93)
interpreteert Aders kunst als een metafoor van het falen.
Daarmee volgt ze de visie van haar collega Betty van
Garrel, die destijds (1972) de huilfoto in
NRC-Handelsblad beschreef als de performance van 'een
potje grienen'. Haar conclusie: Ader is een sentimentele
looser, een romantische softie, een probleemgeval en
daarin niet bijster origineel. Anthony Haden Guest, de
Amerikaanse kunstcriticus, interviewde voor zijn boek
'True Colors' (1996) Mary Sue Andersen, inmiddels
hertrouwd met de kunstmanager Patrick Painter. Ze laat
weten dat Bas Jan een zekere rivaliteit gevoelde voor de
body-performer Cris Burden, die zichzelf onder andere
door de arm schoot, zich onzichtbaar maakte in een
galerie, en in een kajak de Golf van Mexico oppeddelde,
om een week zoek te blijven. Deze laatste performance was
een hommage aan de surrealist Arthur Cravan, die dezelfde
actie uitvoerde in de twintiger jaren en inderdaad nooit
meer terugkwam.
|
|
|